De wet BIG/kwaliteitsregister


In Nederland kennen we binnen de zorg een aantal belangrijke wetten. De wet BIG is daar een van. De wet BIG beoogt de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en de client te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.
Een onderdeel van de Wet BIG is de regeling voor de voorbehouden en risicovolle handelingen. Voor het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen dien je bevoegd en bekwaam te zijn.
De wet BIG is een kaderwet, dit houdt in dat in de wet de kaders worden aangegeven waarbinnen instellingen voor gezondheidszorg hun eigen beleid dienen te formuleren over o.a. de bevoegdheid en bekwaamheid van zijn medewerkers. In dit beleid wordt vaak vastgesteld hoe vaak je geschoold en/of getoetst dient te worden. De wet BIG zelf geeft dus niet aan hoe deze bekwaamheid op peil dient te worden gehouden. Om deze reden vermelden wij ook geen geldigheidstermijn op onze certificaten. Als je je eigen beleid bepaalt als zorgorganisatie of zzp er bepaal je zelf hoe lang een certificaat geldig is.
In de praktijk is binnen veel zorginstellingen het beleid 1x per 2 of 3 jaar scholen en toetsen. Bij zzp ers varieert het van jaarlijkse scholingen tot 1x per 3 jaar en alles wat daar tussen zit.
Echter of je nu werkt binnen een zorginstelling of zzp er bent, je dient je steeds af te vragen of je bevoegd en bekwaam bent voor het uitvoeren van de handeling.
Op dit moment ligt er een wetsvoorstel Wet BIG II. Binnen deze wet worden de herregistratie-eisen uitgebreid met deskundigheidsbevordering. Naast de werkervaringseisen (ook wel urennorm genoemd) worden ook eisen gesteld aan de deskundigheid van verpleegkundigen. Het wetsvoorstel BIG II noemt een minimum van 100 uur aan deskundigheidsbevordering in de vijf jaar die voorafgaan aan de herregistratie. Denk hierbij aan het volgen van geaccrediteerde trainingen, het bezoeken van congressen en symposia maar ook intercollegiale toetsing en moderne leervormen zoals e-learning.
In het wetsvoorstel staat dat veldpartijen nog nadere invulling zullen geven aan het hoe en hoeveel. De planning is dat de wet vanaf januari 2020 in gaat.

Verschil tussen het BIG register en het kwaliteitsregister V&V
Vaak is er spraakverwarring tussen het BIG register en het kwaliteitsregister. Hieronder het verschil tussen beide registers.
Registratie in het BIG register is verplicht voor verpleegkundigen die actief het beroep uitoefenen. Je komt voor herregistratie in aanmerking als je werkt binnen het verpleegkundig beroepsdomein en minimaal 2080 uur gewerkt hebt over 5 jaar. Omgerekend betekent dit gemiddeld een dag per week. Verpleegkundigen die niet binnen het verpleegkundig domein werkzaam zijn, kunnen voor herregistratie in aanmerking komen na het afleggen van een specifieke toets of aanvullende scholing. Verzorgenden kunnen zich niet registreren in het BIG register.
Registratie in het kwaliteitsregister is op vrijwillige basis. Het kwaliteitsregister voor verpleegkundigen en verzorgenden is vormgegeven door de V&VN.
Het Kwaliteitsregister stelt naast werkervaring ook een kwalitatieve eis: om goede kwaliteit van zorg te kunnen bieden dien je als verpleegkundige en verzorgende actief te werken aan deskundigheidsbevordering om op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen binnen je vak.
Je houdt in het kwaliteitsregister een portfolio bij waarin je jouw deskundigheidsbevorderende activiteiten opvoert. In 5 jaar dien je 184 punten te halen. Voor verpleegkundigen moeten daarvan 80 punten geaccrediteerd zijn en voor verzorgenden 60 punten. Geaccrediteerde punten wil zeggen dat deze activiteiten, (denk aan bij-en nascholing, symposium, congres) geaccrediteerd zijn door de accreditatiecommissie van het kwaliteitsregister. Deze punten worden dan ook bijgeschreven in jouw register door de geaccrediteerde aanbieder. Dit dient uiterlijk 6 weken na de activiteit te gebeuren. Daarna is dit niet mee mogelijk.
De overige punten kun je behalen met ‘overige deskundigheidsbevorderende activiteiten zoals: deelname aan een werkgroep, klinische les bijwonen, casuistiekbespreking, vakliteratuur lezen.

More...